Wat is podotherapie?
Tibialis stress syndroom in de volksmond genoemd; Shin splints is een veel voorkomend probleem in de podotherapeutische praktijk. Shin splints treedt op bij sporters, voornamelijk bij hardlopers.
Wat is Shin splints?
Shin splints is een verzamelnaam voor allerlei klachten aan het scheenbeen. De lokalisatie van de blessure uit zich door pijn aan het scheenbeen, enkele centimeters boven de enkel, meestal aan de binnenkant (mediaal) van het scheenbeen. Voor Shin splinst werd voorheen de term mediaal tibiaal stress syndroom gebruikt (MTSS).
Oorzaken Shin splint
Shin splints is een veel voorkomende klacht bij sporters, voornamelijk bij hardlopers en sprong gerelateerde sporten zoals volleybal, voetbal, basketbal. De pijn speelt voornamelijk op tijdens en/of na sportbeoefening waarbij een grote belasting op het scheenbeen is uitgeoefend. Shin splints is daarom een typische overbelasting blessure. De overbelasting kan op verschillende manieren ontstaan. De meest voorkomende oorzaken worden hieronder benoemd;
- Schoeisel: Het dragen van schoeisel met een slap contrefort of in totaliteit slappe schoen met weinig demping en het ontbreken van een goed voetbed kan leiden tot Shin splints. Let daarom goed op dat de schoen aan bepaalde richtlijnen voldoet; de hielkap ook wel genoemd het contrefort moet stevig zijn. Een stevige schoen kan niet dubbelgevouwen worden en heeft een stevige loopzool. Hoe steviger de schoen hoe méér de voet door de schoen wordt ondersteund.
- Overpronatie: Tijdens overpronatie kantelt de voet tijdens het lopen naar binnen. Deze naar binnen kanteling kan leiden tot vergrote trekkrachten op de tibia met als gevolg Shin splints. Tijdens het dragen van goede stevige schoenen wordt deze naar binnen kanteling beperkt wat de pijn kan verminderen.
- Sportbeoefening: Voornamelijk sprong gerelateerde sporten leiden tot een vergrote sprongbelasting op het scheenbeen wat Shin splints kan veroorzaken.
- Te snelle opbouw in trainingsbelasting.
- Lopen op een harde of afdalende ondergrond, door te zware belasting op het scheenbeen tijdens het afdalen (bergwandelen).
- Beenlengteverschil (BLV). BLV zorgt voor een onevenwichtige belasting omdat het ene been korter is dan het andere been wat Shin plints kan veroorzaken.
- Overgewicht.
Symptomen Shin splints
De aanhechting van het botvlies van de spieren kan geïrriteerd en ontstoken raken, dit gaat gepaard met verscheidende symptomen. Het bekendste symptoom bij Shin plints is pijn aan het scheenbeen, enkele centimeters boven de enkel, meestal in het midden van het scheenbeen. De pijn is vaak belastingafhankelijk en wordt verergerd tijdens sportbeoefening. Bij een chronische vorm van Shin plints, is de pijn ook aanwezig tijdens rust.
Symptomen bij Shin splints zijn;
- Krachtsverlies in de voeten/benen.
- Doffe pijn in het voorste deel van het onderbeen.
- Zeurende/scherpe pijn tijdens sportbeoefening.
- Pijn aan een of beide kanten van het scheenbeen.
- Spierpijn.
- Zwelling in het onderbeen (meestal milde zwelling).
Behandeling Shin splints
Rust nemen is de belangrijkste behandeling voor Shin splint, omdat dit een typische overbelastingblessure betreft die tot rust moet komen.
Behandelmogelijkheden zijn;
- Podotherapeutische zolen ter correctie van het voettype en looppatroon waardoor er minder trekkrachten ontstaan aan het botvlies en scheenbeen.
- Fysiotherapie. Door middel van oefeningen kunnen de spieren van het scheenbeen worden getraind en sterker worden gemaakt, hierdoor kunnen de spieren de schokken beter opvangen waardoor het botvlies minder geïrriteerd raakt. Meerder behandelopties bij de fysiotherapeut zijn; massage, dry-neeling en shockwave therapie.
- Beter opbouwen van trainingsduur/intensiteit.
- Stevige schoenen met demping.
- Rekoefeningen met een goede warming-up.
- Compressie/steunkousen (preventief).
De rol van de podotherapeut bij het verhelpen van Shin splints
De podotherapeut geeft schoenadvies voor het dragen van de juiste schoenen. Daarbij kijkt de podotherapeut naar standsafwijkingen van de voeten/benen. Bij een standsafwijking corrigeert de podotherapeut de voet door gebruik te maken van een podotherapeutische steunzool. Deze steunzool zorgt ervoor dat er verminderde trekkrachten ontstaan op het scheenbeenvlies/ scheenbeen met als gevolg pijnvermindering. Tevens controleert de podotherapeut of er een beenlengteverschil aanwezig is. Dit beenlengteverschil kan worden opgeheven d.m.v. een steunzool of een losse hakverhoging. Ook kan de podotherapeut demping in de steunzool verwerken voor een betere schokabsorptie.